Klimaatregeling in het Anne Frank Huis, Prinsengracht 263 – 265 in Amsterdam In 2006 was het aantal bezoekers in het Anne Frank Huis gestegen tot 1 miljoen per jaar, dat is omgerekend gemiddeld 2750 per dag en 250 per uur. Dat werd een te grote belasting van het gebouw en de inventaris. Het was dringend nodig voor het gebouw en het welzijn van de bezoekers de vochthuishouding en de temperatuur van de lucht te reguleren. De experts op het gebied van klimaatregeling en bouwfysica Henk Knipscheer van Ingenieursbureau Knipscheer B.V. en Ir Cees Rijk van het adviesbureau Schoonderbeek en Partners hadden vastgesteld dat er voor het bereiken van een constante temperatuur en vochtigheidsgraad van de lucht in het gebouw, een gigantische klimaatregelings-installatie nodig was. De installatie zou moeten bestaan uit twee luchtbehandelingskasten met een doorsnede van 2,50 x 2,50 m en een lengte van resp. 11 en 13 m waarin lucht verwarmd, gekoeld en be- en ontvochtigd kon worden, die door ventilatoren via een zich vertakkend buizensysteem naar en van alle ruimten gebracht moest worden. De buizen moesten bij het verlaten van de luchtbehandelingskasten een zeer grote doorsnede hebben en zouden bij elke vertakking steeds kleiner in doorsnede worden. Verder was een voorwaarde dat de invloed van het buitenklimaat op de lucht in het gebouw uitgeschakeld moest worden. Dat betekende dat het gebouw luchtdicht gemaakt en elke zonnestraal geweerd moest worden. Het was dus duidelijk wat gedaan moest worden om het gewenste klimaat in het gebouw te bereiken maar het was nog volstrekt onduidelijk of dit gedaan zou kunnen worden zonder dat dit zichtbaar zou zijn. In dat stadium van het onderzoek werd ik er bij gehaald en gevraagd of ik kans zag een plan te maken voor het inbouwen van de installatie zonder dat dit het beeld van het gebouw zou verstoren. In principe een onmogelijke opgave die nog werd verzwaard door het gegeven dat de inbouw gerealiseerd moest worden terwijl het bezoek normaal door zou gaan. Omdat het hier ging om de nagedachtenis aan Anne Frank en de uitdaging mij fascineerde heb ik de opdracht aanvaard. Daarna begon een proces van een zeer inspirerende en vruchtbare samenwerking van de technische experts, de staf van het Anne Frank Huis en mij in een zeer plezierige atmosfeer. Het gebouw werd luchtdicht gemaakt door alle kieren in de gevels en het dak te dichten. De zon werd in de gevels aan de gracht geweerd door computergestuurde jalouziën die alleen zakken voor de tijd dat de zon op de gevel kan staan. De warmte wordt hier geweerd door achterzetramen met ranke metaalprofielen in de kleur van de betimmering van de kozijnen. In de achtergevel vonden we in de kozijnstijlen duimen van gehengen voor houten jalouziën. Deze werden als zonwering opnieuw aangebracht. Prinsengracht 263 en 265 zijn beide rijksmonumenten. Omdat 263 het onderduikadres en daarmee het meest kwetsbaar is , werden de luchtkanalen in hoofdzaak in 265 aangebracht en door de scheidingswand tussen de beide huizen naar 263 gevoerd. De luchtbehandelingskasten werden op het dak van het studentenhuis naast 263 geplaatst, zodanig dat ze vanaf de straat niet zichtbaar zijn. Van hieruit werden kanalen gevoerd naar de vlieringen van het voor- en achterhuis van 265 waar de eerste vertakkingen werden gemaakt. Van hieruit gingen steeds kleiner wordende verticale kanalen in niet meer gebruikte schoorsteenkanalen, kasten en wandverdikkingen naar de verschillende vertrekken. In de onderduikkamers waar geen zichtbare luchtroosters aangebracht konden worden hebben Henk Knipscheer en ik een luchttoevoersysteem bedacht dat bestaat uit een verlaagd plafond tussen de balken van de bovenliggende vloer dat er uitziet als de onderkant van die vloer, alleen zijn de naden tussen de vloerplanken hier open waardoor de lucht kan toestromen. De lucht vermengt zich bij het naar beneden komen met de lichaamswarmte van de bezoekers en komt zo op de gewenste temperatuur. |